Sint Genesius is de beschermheer van acteurs, komedianten, clowns, dansers, toneelspelers, musici, advocaten, boekdrukkers en stenografen.
Volgens de legende was Genesius de leider van een theatergezelschap in Rome, omstreeks 300 na Christus. Hij speelde in een parodie op het Christelijk geloof, dat hij zich zou laten dopen. Tijdens het instuderen van zijn rol begon hij te geloven in de Christelijke ideeën.
Tijdens de uitvoering voor keizer Diocletianus liet Genesius zich tijdens het blijspel echt dopen. Daarna vroeg hij alle aanwezigen om zich ook te laten dopen. Zodra keizer Diocletianus doorkreeg dat het geen echt toneelspel was, liet hij Genesius martelen en zelfs onthoofden, omdat deze zijn nieuwe Christelijke geloof niet wilde opgeven.
Ter nagedachtenis bouwde men een kerk aan de Via Turbantiana, waar Genesius begraven werd. Zijn overblijfselen werden later verdeeld onder verschillende kerken, waaronder die van Sint Lawrence.